Terug naar het vaste land, van Ucluelet naar Squamish

20 juli 2016 - Squamish, Canada

Dinsdag 19 juli, vandaag slapen we lekker uit, want we hebben een wale-watch-tour geboekt om twee uur. We doen het lekker rustig aan, ontbijten uitgebreid en doen een spelletje skip-bo. Om twaalf uur bedenkt Leo dat hij nog even de boot naar het vaste land wil boeken voor morgen en voor wifi moet je toch echt heel dichtbij de receptie zitten, op de camping zelf is er nul bereik. Maar ook bij de receptie werkt de wifi net als de medewerkers hier, lekker chill. Het reserveren lukt niet en nu moeten we nog opschieten ook! We rijden naar Ucluelet, 8 km verderop en weten de tent te vinden waar we de dag ervoor geluncht hebben, daar hadden we ook wifi en ja hoor, aan de achterkant van de tent heeft Leo de terugreis geboekt. Daarna naar "Arnie's"  waar we in de een bootje zullen stappen om walvissen te spotten. We gaan in een Zodiac boot en moeten helemaal ingepakt worden in een pak dat ons warm en drijvende houdt als we in het water vallen, slik, dat zijn we niet van plan. We hebben erg veel lol elkaar in die enorme pakken te zien en zetten elkaar op de foto. We zien het bootje en dat is een rubberen speedboot voor maximaal twaalf personen, zo één die keihard en stuitend over de golven vaart/vliegt. We mogen voorin het bootje zitten en rustig legt Christa uit hoe bevoegd ze is, wat er allemaal voor een apparatuur op de boot zit zodat ze ons kunnen vinden als we omslaan en wat wij moeten doen als het fout gaat. Ik wordt altijd een beetje nerveus van dat soort praatjes, er gaat toch niks fout, toch? We kabbelen rustig de haven uit wat al prachtig is en Christa zou aangeven als ze wat harder zou gaan. Na het rood-witte paaltje zou ze gas geven en dat gebeurde dan ook. Wij als voorste linie worden hoog boven de golven uit getild en kletteren er weer letterlijk op, Sarah en ik joelen het uit van plezier. Het is niet dat Leo het niet leuk vindt, maar hij reageert altijd wat introverter dan wij en zo nu ook. We sjeesden langs de kust en  we konden met moeite de omgeving waarnemen, zo hard gingen we. Sarah en ik gilden en lachten het uit, het was net een hele wilde achtbaan. Na 20 minuten minderde ze vaart en vertelde ze waar we op moesten letten, want ze verwachtte dat er hier toch wel walvissen zaten. We moesten letten op de “exhale” van die beesten, want dan spoot hij water. Wij zoeken en turen (ik had gelukkig mijn bril bij me én op!) en ja hoor, we zagen …… niks. Gelukkig had zij er verstand van en vertelde dat ze er drie gezien had en toen ze een bepaalde kant uit wees, zagen wij ze ook. Op steeds meer plekken zagen we waterfonteinen en heel langzaam gingen we er op af. Nu waren niet alleen de fonteinen zichtbaar, maar zag je ook steeds een rug en deel van de staart. Wat was dat indrukwekkend. We hebben zo wel een half uur rondgedobberd tussen wel 8 walvissen. We zagen niet meer dan af en toe een rug, een deel van de staart of een vin, maar het was toch wel heel bijzonder om te bedenken dat die beesten zo dichtbij en zo enorm waren, niet te geloven. Het was ook muisstil in de boot en dan hoorde je ver weg of dichtbij ineens zo’n fontein, geweldig. Na een poosje trokken we verder en vaarden we naar een paar rotsen. Eerst was niet veel te zien, maar toen we dichterbij kwamen, wemelde het van de zeeleeuwen. Wat een mooie en grappige beesten zijn dat. Het is net een natuurserie waar je in terecht bent gekomen. Ook daar bleven we lang omheen varen en die beesten hadden er ook veel lol in. Ondertussen zat onze tijd er bijna op en moesten we ons schrap zetten voor de terugweg. Ze waarschuwde ons dat de wind was toegenomen en dat het wel eens ruwer kon zijn, we zette onze capuchon op en daar gingen we. Wow, dit was echt heftig en Sarah en ik gilden het weer uit van plezier (en een beetje angst). Leo moest zijn capuchon vasthouden en deze stond erg bol op zijn hoofd, daarnaast moest hij zich ook nog eens goed vasthouden aan de reling en dat alles bij elkaar was hilarisch om te zien, de tranen biggelden over onze wangen.(Sorry dat ik daar geen foto van gemaakt heb, ik wilde het wel, maar kon mijn telefoon niet pakken.) Ik moest wel oppassen voor mijn rug en ging half staan om de klappen met mijn benen op te vangen. Dit lukte goed, ik kwam er ongeschonden uit, maar mijn benen waren doodmoe. Wat een geweldige ervaring weer, maar voor ieder op een eigen manier, Sarah vond het varen geweldig en wij waren toch erg onder de indruk van de walvissen. Bij terugkomst op de camping hebben we gezellig bij een kampvuurtje gegeten. Toen Sarah en ik naar de wc liepen zei ze ineens; “Dit is wel een hele fijne camping!” Dat is het ook, de medewerkers herken je aan hun dreadlocks of sjofele kleren, de wc’s en douches kunnen wel op slot, maar zitten vol met kieren en je hebt weinig tot geen luxe. Maar er is rust en je voelt vooral de vreedzaamheid en “No worry’s” gevoel, even helemaal chill, heerlijk!

De volgende ochtend, woensdag 20 juli, moeten we Ucluelet alweer verlaten. We hebben de boot van 19.30u besproken (alle andere veerboten zaten vol!) en moeten rond die tijd in Nanaimo zijn, we kunnen het rustig aan doen. We besluiten naar het dorpje Tofino te gaan, een iets groter dorpje in de buurt van Ucluelet. We rijden door een natuurpark en zien regelmatig de kustlijn, prachtig! Het weer is overigens voor het eerst een beetje beter, we kunnen een korte broek aan en dat is bijna voor het eerst. We horen de temperaturen in Nederland, maar daar hebben wij weinig last van, we zijn al bijna door onze "koud-weer-kleding" heen, vooral Leo! Onderweg kom je vaak een bordje tegen dat je een "tsunami hazard" binnen rijdt of juist uit rijdt. Ook worden de vluchtroutes aangegeven als er een tsunami dreigt te komen, ze zijn er op voorbereid, zullen we maar zeggen. Het is ook niet zo gek, want ook hier leven ze op de Andreasbreuk, die ook onder Los Angeles en San Francisco door gaat en ze verwachten de grote klap echt een keertje! Als wij die maar niet mee hoeven te maken. Tofino is inderdaad net zo'n stadje als Ucluelet, maar dan iets groter en leuker. We zoeken een koffietent op en drinken een heerlijke bak koffie met een donut. Het is er gezellig druk, want je kunt hier heerlijk ontbijten. Er lopen allerlei surfdudes rond en ook hele leuke. Ik stoot Sarah regelmatig aan, maar zij vindt ze natuurlijk niks. We genieten van de omgeving en de zon, voordat we richting de veerboot vertrekken. De reis brengt ons weer door de dicht beboste bergen, langs riviertjes en meren, wat ontzettend mooi allemaal. Als ik achter het stuur zit, rijden we meteen verkeerd ("natuurlijk", zegt Leo), maar komen zo wel in een dorpje terecht waar we kunnen eten. Het is een echt Amerikaans restaurantje met een opgedirkte oma in de bediening en Elvis op de achtergrond! We bestellen een burger, want we hebben ontdekt dat deze vaak echt goed en lekker zijn en nu dus ook. We rijden richting veerboot en als we gaan varen, zien we meteen Vancouver in de verte. We komen steeds dichterbij en komen aan de kant van Rob en Shelly aan en zwaaien even naar hen. We rijden de weg die we de eerste dag al met hen hebben gereden naar de gondel en hij is weer adembenemend mooi, deze weg langs de baai aan de rand van hoge bergen. We komen erg laat bij de camping aan, het is al donker en zien dat de receptie dicht is. Leo had wel een mailtje gestuurd dat we ws laat zouden zijn, dus liep ik naar de deur toe en zag daar inderdaad een brief voor ons, want dat had ik gedaan als ik hun was. En ja hoor, we kregen netjes alle informatie die we nodig hadden, inclusief de wifi-code, dus kan ik nog even twee verhalen sturen voor ik mijn bedje in duik! Welterusten

3 Reacties

  1. Jan Heijnen:
    21 juli 2016
    Dag jongens. Prachtige verhalen!! Hier is het "bloedheet". Maak er wat leuks van!
    Liefs, opa.
  2. Mathilde Bloemhof:
    21 juli 2016
    Weer geweldig om te lezen!
  3. Nirosh:
    22 juli 2016
    Heerlijke verhalen, verheug mij nu al op wat er nog meer komen gaat ;-)