De laatste dagen in de camper, van Revelstoke naar Hope!

4 augustus 2016 - Vancouver, Canada

Dinsdag 2 augustus, de treinen rijden ’s nachts dus wel en dan klinken ze nog harder dan overdag. Ik heb er vier gehoord, Leo één en Sarah nul, die lag in een coma vannacht geloof ik. We gaan na het ontbijt richting Revelstoak, hier 45 km verderop en komen onderweg een mini-trail tegen, maar hij moet mooi zijn. Het is een trail tussen een cederbos. Cederbomen zijn hele hoge, sterke bomen en ze zijn inderdaad indrukwekkend hoog. We zien weer eekhoorntjes en marmotjes, daar moeten wel heel veel van zijn hier, want je ziet ze zo veel! We blijven ze zien en blijven ze schattig vinden. We rijden door naar Revelstaok en zien ineens onderweg nog een trail, die pakken we even mee. Een “stinkdier trail”, volgens Leo, maar als we aan komen lopen gaat het om bloemen, het zijn wel stink-bloemen! De waarschuwing voor een beer is hier erg serieus, zo’n bordje hebben we nog nooit gezien. Het wordt weer een hilarische tocht, waar we elkaar zo veel mogelijk laten schrikken, vooral Sarah en ik. Er loopt zelfs een boswachtster (Ja, een vrouw) rond en we voelen dat het serieus is, maar ook nu komen we er weer geen tegen. Dan moeten we Sarah beloven niet meer bij een trail te stoppen en door te rijden naar het stadje. Het is een wintersportstadje, want hier wordt in de winter veel geskied. We lopen door het stadje, drinken koffie, eten weer heerlijk bij een goeie tent en gaan boodschappen doen voor vanavond. Het stadje heeft veel weg van een stadje uit het wilde westen met z’n kleine winkeltjes met mooie geveltjes. Ook zien we een paar huizen met een echte veranda, ik vind ze geweldig. Zo’n veranda als bij die ene serie. “The Waltons” heette die geloof ik, met John-boy en zijn familie. Oma zat altijd in een schommelstoel op de veranda, geweldig! Als we terug op de camping zijn betrekt het behoorlijk en gaat het regenen. Wij beginnen met de boel in te pakken. Morgen moeten we een eind rijden en overmorgen moeten we vroeg de camper inleveren, dus het inpakken moet op tijd beginnen.

Woensdag 3 augustus, de vakantie lijkt nu toch echt aan zijn eind te komen. We hebben gisteren al onze kleren  weer in de tassen gestopt (Sarah wat extra kleren, want ze heeft hier behoorlijk veel gekocht) en een begin gemaakt met schoonmaken. Met Leo zijn rug gaat het steeds beter, gelukkig, dat valt alles mee! Na een nacht vol met toeterende treinen en fikse regenbuien staan we vroeg op om op pad te gaan. Ik begin de rit met rijden en we nemen eerst een tussenstop in Revelstoke (zoals je het blijkt te schrijven) om een ontbijtje te doen. Er  zijn namelijk overal tenten waar je heerlijke koffie kunt drinken en een ontbijtje eten en die tenten heten geen Starbucks! Ik ben op zoek naar een plekje als we ineens een hele harde boem horen. Ik weet meteen wat er aan de hand is en Leo ook, ik rij te dicht langs andere auto’s en heb met mijn spiegel iets geraakt. Leo heeft ooit deze vakantie, tijdens die vreselijke rit van hem, gezegd dat ik te ver naar rechts rij en nu kijkt hij me met een kop aan van: ”zie je wel!” Ik doe er luchtigjes over en ga de schade bekijken, het hele spiegeltje is ontwricht, ai. Leo moet wel 30 keer diep adem halen en ik geef hem die ruimte natuurlijk, wanneer Sarah vraagt of we hier niet verzekerd voor zijn. Leo dacht van wel (weet hij natuurlijk zeker, maar dat gaat hij mij niet zeggen) en Sarah reageert; “Oh, dan is er toch niks aan de hand!” Lang leve Sarah, smak. We laten het rusten en gaan een heerlijk bakje koffie drinken, Leo zijn humeur knapt alweer op, dat gaat goed komen. Na de koffie stap ik weer de bestuurdersstoel op, wat Leo best vreemd vindt en gaan we richting Kelowna. We verwachten dat de gebergte afneemt naar mate we naar het zuidwesten rijden, maar niets is minder waar. We rijden door prachtige gebergten met hun besneeuwde toppen en watervallen, adembenemend. We komen door kleinere en iets grotere dorpen en ze lijken allemaal op de Amerikaanse dorpen die je op tv ziet, een hoop reclame langs de weg, dan allemaal tenten vlak langs de weg die schreeuwen wat je daar kunt eten, drinken en kopen en dan is het weer voorbij en rij je weer rustig tussen de bomen en de bergen. Kelowna is een grote stad, zien we op de kaart (Leo rijdt intussen alweer), want het is een geel vierkantje en dan ben je een grote stad zegt de legenda, groter dan 100.000 inwoners. We besluiten daar even een break te nemen. Ik lees even in onze reisboek wat Kelowna brengt, maar dat is niet veel meet dan grote Malls langs de highway. Dat is simpel, we stoppen ergens waar het druk is met heel veel reclame en inderdaad, een gigantische Mall. We eten in de foodcourt, die alle malls hebben en waar voor ieder wat wils is. Er staan wel 10 eettenten in een rondje en in het midden staan de tafels en stoelen. Leo en ik variëren vaak, maar Sarah blijft meestal steken bij de “Subway”, een broodjestent die we ooit in Australië ontdekt hebben. Daarna hebben we de winkels bekeken en zijn we weer in de auto gestapt, richting Princeton. We reden langs meren en bergen en wij genoten van de uitzichten, Sarah lag op de bank. In Princeton, zo’n 50 km voor de camping waar we wilden overnachten, waren genoeg wegrestaurants om te kiezen, ze zijn hier gewend aan reizigers op doorreis. Ik stapte weer achter het stuur en ondernam de laatste paar kilometer. Dat was best pittig, want we moesten nogmaals hoge bergen in, een pas over, berg op en berg af! Maar wel mooi. Toen we in de buurt van de camping moesten zijn werden de wegen net vlakker en kon ik heerlijk doortuffen. De zon scheen laag in onze gezichten en Leo deed zijn best de bordjes met de campingnamen te lezen, helaas, daar zoefden we behoorlijk hard voorbij en hebben we de hele camping gemist. Draaien was ook geen optie, want we gingen weer de bergen in en een pas over, dus zat er niks anders op dan door te rijden naar de volgende stad, Hope. Dat moest ons toch hoop geven! Een paar kilometer voor Hope stond er een bord langs de weg met een aankondiging voor een RV camping. Nu reed ik niet te hard, had Leo geen zon tegen en konden we het beiden lezen, die gingen we proberen. Gelukkig hadden ze nog plek en was het een prachtige, rustige camping zonder een spoorlijn  die er vlak langs liep, wat wil je nog meer! En Leo gaf een ruk aan de spiegel die weer in zijn voegen schoot, dus alles kwam weer goed. Onze laatste nacht in de camper tussen de bergen, waar we ook nog eens een fikkie mochten stoken, we hebben onze camperavontuur goed afgesloten. 

4 Reacties

  1. Jan Heijnen:
    5 augustus 2016
    Dag jongens, Schitterende verhalen/belevenissen.
    Nog een paar fijne dagen en een goede vlucht terug! Liefs! Opa
  2. Roslyn:
    5 augustus 2016
    Genoten van de leuke verhalen en avonturen, zo leuk om te lezen. Ben met jullie mee gereisd doot steeds op Google Earth te kijken, fascinerende gebieden. Goede reis terug en moeten dan maar eens wat afspreken om de vele foto's te bekijken.
    Dikke knuffel, Bert en Roslyn xxx
  3. Volente:
    6 augustus 2016
    Eindelijk tijd om de reisverhalen te lezen. Wat een prachtige indrukwekkende reis! Erg leuk om te lezen. Canada staat nu op mijn lijstje. We spreken elkaar gauw.
    Liefs Volente
  4. Paula:
    9 augustus 2016
    Heerlijk om de verhalen te lezen. Ik heb mee-gegiebeld/ -gegriezeld met jou en Sarah en zeker ook medelijden gehad met Leo!!! Fijn dat jullie een aantal familieleden weer hebben gezien.
    Dag lieve mensen, hopelijk tot snel!